Marktinzichten
15
Aug 2023

Volkskrant Cappuccino-index 2023

Meike Nederstigt
Commercial Strategy Lead

Ook in 2023 werkte TAPP weer mee aan het jaarlijkse onderzoek van de Volkskrant naar het prijsniveau en de prijsontwikkeling van een kop cappuccino door heel Nederland. Zie volledig artikel, inclusief illustraties en grafieken in De Volkskrant

Door: Xander van Uffelen en Serena Frijters

Bij cappuccino valt inflatie relatief mee, Drenthe het goedkoopst, Amsterdam en badplaatsen duurst

Een cappuccino kost in Nederland gemiddeld 3,25 euro, 8 procent meer dan vorig jaar. Dat blijkt uit de Cappuccino-index van de Volkskrant. Regionaal zijn er stevige prijsverschillen: 4 euro of meer is niet ongewoon in Amsterdam. Die dure koffie smaakt lezers minder goed.

De inflatie die door Nederland waart, heeft het kopje koffie op het terras redelijk weten te sparen. Terwijl de prijzen in de supermarkt, voor allerlei maandelijkse abonnementen en voor energiecontracten afgelopen jaar allemaal met dubbele cijfers zijn gestegen, maakte de prijs van een kop cappuccino in de horeca in dezelfde periode een gematigde stijging door.

Een doorsneecappuccino in een café is in Nederland in twaalf maanden tijd met 8 procent gestegen naar 3,25 euro, zo blijkt uit onderzoek van de Volkskrant in samenwerking met data- en analysebureau TAPP naar de prijzen van cappuccino in de horeca in Nederland. Waar in 2022 nog 3 euro genoeg was, is de gemiddelde prijs in Nederland nu een kwartje hoger.

Ter vergelijking: in de supermarkt kosten levensmiddelen gemiddeld ruim 10 procent meer dan een jaar geleden. De maandelijkse energielasten voor burgers zijn 37 procent hoger dan een jaar geleden. En de abonnementsprijs voor bijvoorbeeld Spotify zal in navolging van andere streamingdiensten binnenkort met zo’n 20 procent stijgen.

Met de gematigde prijsverhoging maken de horecaondernemers weer iets goed van het gat dat vlak na de coronatijd ontstond. Toen de inflatie nog heel laag was – 2 procent – verhoogden de ondernemers namelijk ieder jaar de prijs met 6 procent. Nu blijven ze juist achter bij de inflatie.

De prijsstijging van 8 procent komt dus boven op de stijging die horecazaken in 2022 al hebben doorgevoerd. In twee jaar tijd is de prijs met meer dan 13 procent gestegen, van 2,87 euro naar 3,26 euro. Ook over twee jaar gemeten blijft de prijsstijging voor cappuccino nog iets achter bij de gemiddelde inflatie die in twee jaar tijd in Nederland 14,7 procent bedroeg. Kortom, de kop koffie op het terras wordt weliswaar duurder, maar in de winkel zien consumenten de prijzen iets sneller oplopen.

Ook bij andere dranken is afgelopen jaar dezelfde gematigde prijsstijging te zien, zegt Meike Nederstigt van TAPP. Bier, cola en mineraalwater stegen ook allemaal tussen de 7 en 8 procent, zo blijkt uit de data. ‘Ons vermoeden is dat ondernemers enigszins terughoudend zijn met het verhogen van de prijzen omdat er vorig jaar ook al een flinke stijging is geweest. Het is ook niet ondenkbaar dat ondernemers huiverig zijn dat het verschil tussen thuis en de horeca te groot wordt.’ Ook de psychologie van de prijs speelt een rol, de ondernemers zijn bevreesd om bepaalde drempelprijzen (3,50 of 4 euro) te passeren.

Regionale verschillen

Het is voor het tweede jaar dat de Volkskrant onderzoek doet naar de prijs van cappuccino en daarbij ook specifiek kijkt naar regionale prijsverschillen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert weliswaar elke maand gedetailleerde cijfers over prijsstijgingen of -dalingen van allerlei producten, maar houdt geen cijfers bij over prijsverschillen binnen de landsgrenzen. De Nederlandse inflatie geeft daardoor niet een volledig beeld, want het leven in steden is vaak duurder dan in kleinere gemeenten.

Deze regionale prijsverschillen komen vooral tot uiting in de prijs van wonen en in de horeca. Geïnspireerd door de Big Mac-index van The Economist – die bijhoudt hoeveel de burger van McDonald’s kost in verschillende landen – vroeg de Volkskrant daarom net als vorig jaar aan lezers de prijs van een cappuccino door te geven door heel Nederland (en een foto van een menukaart of het bonnetje bij te voegen als bewijs). De gegevens van 675 lezers zijn aangevuld met geanonimiseerde informatie van prijzen van onderzoeksbureau TAPP. Met de Cappuccino-index ontstaat zo een beeld van hoe de prijzen zich binnen Nederland ontwikkelen en hoe groot de regionale verschillen zijn.

De 3 euro voor cappuccino is in Nederland door ondernemers grotendeels losgelaten als basistarief – 3,25 is de nieuwe norm, maar er zijn ook al veel horecazaken waar 3,50 of 3,75 euro op de menukaart staat. In grote steden en in badplaatsen als Zandvoort en Cadzand is 3,50 euro het standaardtarief. In veel gemeenten is het lastig om voor de gemiddelde prijs van 3,25 euro een cappuccino te bestellen. In bijna honderd gemeenten ligt de prijs boven de 3,30.

Binnen Nederland bestaan grote verschillen voor de prijs van een cappuccino. In de grote steden – Amsterdam voorop – en in toeristenenclaves liggen de prijzen hoger dan het landelijke gemiddelde. De duurste koffie is ook te vinden in de hoofdstad. Voor 6,50 euro kreeg een lezer een cappuccino ingeschonken in de Luminair-lounge op het dak van het Hilton-hotel bij het Amsterdamse Centraal Station. Maar dan kun je wel kiezen voor het type melk (‘zelfs kokosmelk’) en krijg je er een kleine brownie bij, zo laat de lezer weten die de koffie ondanks de hoge prijs een 9 geeft.

De liefhebbers van cappuccino met havermelk, eenzesde van de lezers, betalen gemiddeld 37 cent meer. Dure koffie is geen garantie voor een betere smaak. De lezers die de cappuccino een 6 als rapportcijfer gaven, betaalden veel meer dan degenen die een hoger rapportcijfer uitdeelden. Hoewel zij natuurlijk ook hogere verwachtingen kunnen hebben gehad van hun cappuccino van ruim boven de 3,50.

Na koploper het Hilton volgen veel koffietenten in Amsterdam waar 4 tot 5 euro heel gewoon is voor een espresso met gestoomde melk en melkschuim. Op andere toeristische plekken, inclusief Schiphol, is het al heel gebruikelijk deze bedragen te betalen. Ook opvallend: in de koffieketens Starbucks en Doppio en kruidenierswinkel Stach betalen veel klanten tussen de 4,50 en 5 euro, vooral als ze een grote cappuccino bestellen.

Bij middelgrote steden staat er veelal 3,25 of 3,50 euro op de kassabon. Maar er zijn nog enkele tientallen plaatsen in Nederland waar het tarief gemiddeld nog iets lager ligt, zoals in de provincies Drenthe en Overijssel en in enkele gemeenten in Limburg en Noord-Brabant. In Valkenswaard, Tubbergen en Bergeijk kost de cappuccino bijvoorbeeld tussen de 2,75 en 3 euro. Veel plekken hanteren daarbij het psychologisch handige tarief van 2,95 euro. Een van de goedkoopste cappuccino’s is verkrijgbaar bij Montimar, een restaurantketen met zes vestigingen in Noord-Brabant, waar de cappuccino 1,55 euro kost. Wie nog minder wil betalen voor een cappuccino, moet bij de Spar binnenlopen of in het zwembad er een bestellen.

De prijs verhogen doe je niet zomaar, vertelt mede-eigenaar Christina van Es van de Nijmeegse Gesha Coffee Bar. De prijzen van Gesha aan de Waalkade in Nijmegen zijn in een jaar tijd verhoogd van 3 euro naar 3,20 euro, zo blijkt uit onderzoek van de Volkskrant. Met de extra twee dubbeltjes volgt Gesha ruwweg het landelijke gemiddelde (‘en dan krijg je ook nog speciale koffiesoorten’). Van Es: ‘De verkoopprijs bepalen is best lastig. Enerzijds stijgen allerlei kosten, maar een kop koffie moet ook betaalbaar blijven; het moet een moment van plezier blijven voor de klant.’

Inhaalslag

De meeste concurrenten hebben de tarieven ook met 20 à 30 cent verhoogd. Er zijn wel kleine verschillen binnen Nederland. De koffie-inflatie in Zeeland en Zuid-Holland lijkt wat lager te zijn, maar enorme verschillen levert dat niet op. Horecaondernemers die tot nog toe iets lagere prijzen hanteerden, hebben het afgelopen jaar de prijzen iets meer verhoogd. Hier lijkt sprake van een inhaalslag. Deze ondernemingen hadden vorig jaar de prijs namelijk nog niet verhoogd.

Zo ook bij de Italiaanse buurtwinkel Alberto Pozzetto. Tien jaar lang had de zaak in Amsterdam de prijzen niet verhoogd, zo vertelde eigenaar Karlijn Witteveen vorig jaar aan de Volkskrant. Dit jaar ontkwam ze niet aan een verhoging van 2,20 euro naar 2,50 euro, waarmee ze nog altijd een van de goedkoopste koffies in de hoofdstad serveert. ‘Neem alleen al de melkprijzen, die zijn enorm gestegen’, vertelt ze. ‘De marges worden heel dun, de prijsverhoging moest er een keer van komen.’ De aanpassing vond ze best spannend. ‘We hebben veel vaste gasten en ik vind het belangrijk dat iedereen in de buurt elke dag een kopje koffie kan komen drinken, maar de reacties zijn heel positief en begripvol.’ Nieuwe verhogingen blijven uit, zo belooft ze.

Bij de koffiebar in Nijmegen denkt eigenaar Van Es wel al na over een nieuwe verhoging. ‘De personeelskosten gaan omhoog, onder meer door het hogere minimumloon, en we hebben net weer huurverhoging voor het pand ontvangen. Ook de kosten van de leverancier gaan omhoog’, vertelt Van Es. Hoeveel duurder de cappuccino wordt, weet ze nog niet. ‘Ik ga ook eerst even kijken hoe de concurrenten met hun prijzen omgaan.’

Zie volledig artikel, inclusief illustraties en grafieken in De Volkskrant